Ineens zijn ze overal. De mannen en enkele vrouw die het gaan doen voor ons de komende vier jaar. Verschijnen ze in kleine kerkjes, in clubhuizen van Hiddingezijl tot Hobbelrade, om maar eens iets te noemen. De grote ‘mannen’ zijn heel even benaderbaar voor het volk in de provincie.
Hebben ze nu niet door dat dit niet meer werkt? Dat deze manier van campagne voeren enkel nog maar meer woede opwekt. Ik hoef geen roos van de PvdA als treurige tranentrekker.
Ga ik dan wel stemmen op hen door die ene bloem? Of door een groen ballonnetje? Of door een pen met rode tomaat?
Alle partijen hebben onderdelen in de provincie. Dat deze mensen de straat opgaan in regenjassen en kappenlaarzen, begrijp ik nog wel. Zij horen daar en laten zich doorgaans ook zien. Maar Rutte in een nylon jasje?
Hebben jullie die promo gezien waar onze lijsttrekkers in een treurig dialect de provincie proberen te bereiken. Gênante vertoning. Tenenkrommend. Kap daar nou eens mee. Maak het niet mooier dan het is. Beloof niet opeens zakken met euro’s, geef geen zoenen op wangen die je anders zou trotseren maar doe gewoon wat je altijd doet. Werk hard in Den Haag voor het land. Daar zijn jullie goed in.
En zeg dan in je eigen keurige Haagse dialect dat je niet meedoet aan die onzin. Dat je ook wel weet dat dit niet de manier is. Spreek je eigen mensen toe die voor jou en de partij het werk moeten doen.
Zij worden wel geloofd.