Gisteravond kon ik het weer een keertje zien. Hoe de boeren van buiten het doen met de vrouwen. Als ik Olke zie, dan neurie ik steevast dit versje: Olleke, bolleke, rebussolleke, olleke, bolleke, knol.
En dat is een compliment. Eerlijk gezegd, kijk ik met iets van plaatsvervangende schaamte hoe die vrouwen moeten strijden om een man. Het is gewoon sneu. Ze willen allemaal maar er kan er maar eentje blijven. Daar sta je dan met al je goede bedoelingen. Afgewezen. Au. De boeren willen ze eigenlijk allemaal houden. Behalve Herman. Hij weet het.
Voel je iets speciaals?
Vraagt Herman aan het meisje. Allebei weten ze niet wat ze moeten voelen als ze verliefd zijn want ze zijn nog nooit verliefd geweest. Het meisje zegt dat ze zich wel anders voelt dan normaal. Dus ja, dat zal dan wel. Herman voelt het ook, maar niet voor haar denk ik. Arme Fleur.
Dus
Boer ‘Dus’, Riks, vind ik niks. Dus. De vrouwen liggen aan zijn voeten maar hoe boers kan een boer zijn? Riks is niet verliefd, zegt ‘ie. Wel gelooft hij vol overgave in zijn geloof. Daar past Eline het beste bij vind ik. Hij zegt bij haar ook het meeste ‘dus’, dus dan weet je het wel.
Olleke bolleke
Wordt steeds leuker. Vooral als hij in de hot tub zijn sterke armen showt. Hij wil nooit meer scheiden. Wil bijna dat de vrouwen hem dat nu al beloven en ach, waarom ook niet. Ik geloof ook in het voornemen om nooit meer te scheiden. Dus dat doe je dan ook gewoon niet.
En David en Marc zijn gewoon David en Marc. Gewoon aardig. Gewoon. Dus.