Ze rent bijna naar ons toe.
‘Hallo’, zegt ze, ‘waar komen jullie vandaan?’
‘Holland’, zeggen we naar waarheid.
‘Gaan jullie Pompeji bezoeken?’ We knikken.
‘jullie lopen nu richting uitgang, kom even mee naar binnen dan krijg je een gratis kaart, zo handig!’
Even twijfelen we want de richting was ons zojuist aangewezen. Zus en Vriendin volgen het blije meisje, Zwager en ik lopen er bezwaard achteraan: wat gaan we nu weer meemaken?
In de Tourist Info shop staan meer blije meisjes en jongens. Één van hen neemt ons gewiekst ‘over’. We krijgen de kaart maar ‘jullie moeten echt het boekje kopen dan komt alles zo veel meer tot leven’. Vijftien euro, zegt ze, maar als jullie er twee nemen een tientje.
‘Gaan jullie ook naar de Vesuvius?’ We zeggen ja. Ze gilt bijna van enthousiasme want wat een toeval: hun bus vertrekt zo. Twintig euro per persoon, word je gebracht en gehaald en kan je heerlijk rondlopen. ‘So Nice.’ En deze volgorde was ook beter, eerst berg, dan stad.
Met een bus worden we levensgevaarlijk naar boven gebracht. De bus stopt en we zijn niet de enigen. Een meisje klimt in de bus. De deur gaat dicht. ‘Tickets voor Vesuvius’, roept ze, ’tien euro, gepast betalen.’ Iedereen kijkt elkaar verbaasd aan, we hadden toch tickets? Het meisje schudt bozig het hoofd en bromt ‘no, busdrive only’.
We kopen de tickets. Als zus en ik de route zien die we daarvoor mogen afleggen zit er niets anders op dan achter te blijven. Dat gaan we niet redden. Zwager en Vriendin gaan samen op pad. En komen enthousiast terug gelukkig.
We zijn te laat om Pompeji te bezoeken en gaan daar voor gisteren op pad. De ingang blijkt tevens uitgang te zijn. Als we tickets kopen krijgen we een handig boekje erbij. Dat wist het meisje van de Tourist Info natuurlijk niet. Met boekje en plattegrond lopen we ons een slag in de rondte. Er klopt niets van de info. We nemen plaats in het prachtige Grande Theater.
‘Zullen we gaan?’ vraagt Zus.
‘Ja’, roepen we blij. ‘Hoeveel kost dat?’