We hebben een ander hondje deze vakantie. Ze heet nog steeds Ami en reageert als we haar roepen, dus ze is het wel. Maar er iets goed mis. Ze wil lopen.
Ze loopt voorop, iets wat ze normaal gesproken alleen maar doet als we op de terugweg zijn. Ze houdt haar kop omhoog als een leider met visie. Het was Ami die ons op de eerste dag naar het juiste huisje bracht, ‘follow me’, and we did. Als we water voor haar neerzetten kijkt ze ons aan met een blik van ‘watjes’. Water, ik kan zonder. Ze trekt aan de riem en blijft dan plotseling stilstaan. Ze ziet dingen die wij niet zien, de contouren van konijntjes, geritsel in het struikgewas. Ze is alert en we nemen ons voor om haar hier maar even niet los te laten.
Alles in haar wil losgaan. Een beetje zoals ik dat zou willen maar dan niet gehinderd door ‘hoe het hört’. Ze zou gaan, ze zou haar jachtinstinct volgen en rennen totdat ze heeft wat ze wil hebben. Onvermoeibaar is ze.
Haar onbegrepen angsten
Totdat er iets gebeurt wat wij niet zien of weten of voelen. Ze wil terug en wel nu. Ze hijgt en is niet meer bereikbaar. Ze moet weg daar, dat is wel duidelijk. Is het die koe op vijfhonderd meter afstand, het hekje, de geur van de aarde? We kunnen er slechts naar raden. Een snoepje, een aai, een strenge houding: niets helpt. Als een ongeleid projectiel is ze, onze dame aan de lijn. Totdat we een plek bereiken waar ze weer kan ontspannen. Ze trekt niet meer, met de tong op de grond staat ze stil en voelt wat er valt te voelen. We kunnen haar weer aaien, ze luistert weer zoals een Shiba doet, niet, maar we weten dat ze het gehoord heeft.
Het mysterie van onze diva is voor ons nog niet te doorgronden. Ze is geen stadshondje, dat weten we nu wel maar ja, daar wonen wij. Ze houdt van rust en niet van onverwachte geluiden. Ze houdt van uitzicht en niet van dat benauwde.
Deze vakantie laten we Ami in plukjes achter in het bos. Ze is voor de eerste keer serieus in de rui en wij maar denken dat we het al jaren meemaken. Dat was niets vergeleken met deze loslating. Alsof ons hondje voor onze ogen afbrokkelt en er straks een klein, kaal murmel overblijft. Haar pracht en praal. Als de vraag ‘Ami, plukken?’, haar bevalt, gaat ze zitten en laat ze zich met gemak geruime tijd plukken. Als de vraag haar niet bevalt kijkt ze even kort achterom. ‘Nu even niet ja’. Als er iemand in ons gezin duidelijk is, is zij het wel.
Als een vriendelijke dame op het terras haar wil aaien draait ze vermoeid haar kop opzij. De dame zegt ons dat zij een echte dierenvriend is, dat alle honden juist op haar afkomen. Ze kijkt naar Ami alsof het een mislukte hond is. Ze probeert het die lunch nog zeker tien keer maar Ami is ongenaakbaar. De schouders van de vrouw zakken moedeloos naar beneden. Als wij zeggen dat Ami zelf bepaalt door wie ze aangeraakt wil worden, een Shiba, je weet wel, kijkt ze ons teleurgesteld aan. Haar dag komt niet meer goed.
Onder de tafel legt Ami haar koppie op mijn benen. Als ik naar beneden kijk zie ik twee prachtige bruine, lieve ogen. Natuurlijk wil ze iets hebben maar ik doe gewoon alsof het pure liefde is, wat ik daar zie. Mij krijgt ze niet gek.
1 reactie
Wat een mooi verhaal. Best irritant de dame die het bleef proberen. Nee is toch nee? Sofietje houdt er ook niet van om aangeraakte worden door anderen ook zij kiest uit wie dat mag. En o de liefde in die ogen. Ik smelt iedere keer weer hoor maar ja ik heb dan ook het mooiste hondje van de wereld.