En weer zo’n afgrijselijk bericht. Net voordat we gaan slapen. Een aanslag in Nice. Op de dag dat Frankrijk quatorze juillet viert, de herdenking van de Franse revolutie, ontketent één man in een vrachtauto zijn eigen revolutie. De beelden zijn weer afgrijselijk, de onmacht, de angst, de terreur van een gek.
Na de EK werd even dankbaar stilgestaan omdat er geen terreuraanslagen waren gepleegd waar het zoveel mensen had kunnen treffen. Heel veel mensen die voor die veiligheid op de been waren. Maar hoe bescherm je een gewone straat, een feest, een dag van vreugde?
Weer zoveel onschuldigen dood. Kinderen, ouders. Verdriet. En ik weet, het gebeurt overal, en ik weet dat het niet eerlijk is om wel om Frankrijk te treuren terwijl in Syrië op grotere schaal hetzelfde gebeurt. We vereenzelvigen ons nu eenmaal makkelijker met mensen die dicht om ons heen staan. Je familie, je stad, je land, ja, zelfs Europa.
Herken de gek
Wat mij angst inboezemt is dat we niet meer weten wie we kunnen vertrouwen en wie niet. Wie is de gek en speelt nu een gewone buurman, een sympathieke collega, een aardige onderwijzer? Misschien komen over deze dader ook wel weer verhalen over dat het zo’n nette man was, vriendelijk, nooit gedacht en nooit verwacht. Kunnen we het tij nog keren? Ik word er droevig van. Eén man of vrouw kan heel veel mensen pijn doen. Elke idioot kan in een auto op mensen inrijden en een land ontwrichten.
Stoppen met feestjes vieren? Met in groten getale een evenement bijwonen? Ons opsluiten in huis?
De neiging is groot om te kiezen voor veiligheid boven alles. Dan maar niemand meer toelaten in ons ‘huis’. Maar dat zal tot nog meer verwijdering en woede leiden. Wat dan wel? Een liefdesrevolutie? Wie durft nog. Om liefde binnen te laten moet je hoofd wel op orde zijn en helaas zijn heel veel hoofden gevoed met vergif en sijpelt dat vergif door in de genen lijkt het soms.
Maar als vergif dat kan? Dan kan liefde dat ook. Toch? Wie durft?