Als goud door je handen glipt

racing-bike-296578_640De olympische spelen. Ik kijk graag. Als van te voren al wordt geteld met hoeveel medailles ‘wij’ naar huis terugkeren dan houd ik mijn hart vast. Het moet allemaal nog maar gebeuren. Gisteren keek ik naar de laatste dertig kilometer van de vrouwenwielerwedstrijd met een Annemiek van Vleuten voorop. In de afdaling gaat ze ongelooflijk hard onderuit en ligt na de val als voor dood aan de kant van de weg. Commentator: ‘weg goud’.

Weg goud? Er ligt daar een meisje zo te zien zwaar gewond op de weg. Winnen of verliezen, het zijn momenten van geluk en ongeluk. In een tel kan iets waar je vier jaar voor getraind hebt eindigen in een drama. Een seconde van onoplettendheid, een oogwenk. Wat een respect voor atleten die zich alles ontzeggen om op dat ene moment te kunnen vlammen. Maar wat als je dan niet vlamt. Als Van Vleuten herstelt moet ze ook dealen met het niet winnen van goud. Het lag voor het grijpen als…

Als ze de bocht wat rustiger had genomen, als ze wel ‘oortjes’ had gehad en begrepen dat haar voorsprong ruim voldoende was. Als, als, als.
De Amerikaanse die de koppositie van Van Vleuten over kan nemen wordt net voor de streep ingehaald door drie anderen. Geen medaille. Je helemaal de blubber gefietst en geen medaille. Anna van der Breggen wint. ‘Voor Annemiek’, zegt ze later. Mooi. Maar wat kan sport hard zijn en wat moet je meer kunnen dan alleen maar heel goed zijn ergens in. Incasseren. Slikken en doorgaan.

 

Laat een reactie achter

Deel dit met jouw vrienden