Als de moed je in de schoenen zakt, schop ze dan uit

Dagelijks volg ik bijna alles wat er aan nieuws is over het virus. Met ‘dagelijks’ bedoel ik ‘avondlijks’. Overdag is voor het gewone leven zoals de dingen die moeten en mogen. Maar in de avond volg ik al het nieuws en hoor ik alle meningen van de mensen die er eentje hebben.

Van de week heb ik de televisie een keer uitgezet. Omdat ik het niet meer kon verdragen. En dan heb ik het niet over de treurige verhalen in ziekenhuizen of de gesprekken met artsen en verplegend personeel. Daar haal ik nog moed uit, mededogen, compassie. Daar voel ik harten kloppen van goedheid en van hoop, van samen.

Maar de moed zakt mij in de schoenen als ik me realiseer dat onze wereld kapot is en kapot gaat aan wantrouwen en verdenkingen. De vingers die wijzen naar anderen. Amerika naar China omdat niet de vleermuis maar het onderzoekslaboratorium een fout verzwegen zou hebben. Waarna China weer wijst naar Amerika. Een Trump die zichzelf goedkeurende klopjes op de opgezette borst geeft. De ‘ja-knikkers’ die als marionetten achter foute mensen staan. De ziekmakend complottheorieën.

Van naïef naar sceptisch

De hele discussie over het nieuwe normaal. De anderhalve meter afstand. De meningen over wat wel en wat niet zinvol is. Mijn eigen angst en weerzin om nog onder mensen te zijn. Dat nieuwe normaal vind ik niet te verdragen. Sommigen noemen mij naïef. Naïef wordt omschreven als ‘onnozel’. Ben ik onnozel als ik geloof in jou, als ik geloof in het goede van de mens, dus ook in mezelf? Is het naïef om te vertrouwen?
Ja, ik ben onnozel.

Als klein meisje lag ik in bed en dacht dikwijls na over de wereld, het leven, de dood. Mijn overtuiging was dat er iemand was, een god bijvoorbeeld, die wist hoe het zat. Die ook wel zag dat we er een puinhoop van maakten maar die ons met een simpele ruk aan het koordje weer de goede kant op kon manoeuvreren. Ik had volledig vertrouwen in een Ziener van boven. Om te beschermen wat we hadden, onze aarde, leven, natuur, liefde.

Niet het virus maar wijzelf

Elk virus had de kop op kunnen steken om ons lessen te leren. Om ons te doen beseffen dat de grootste bedreiging van de mensheid de mensheid zelf is. Wat we elkaar aandoen, bewust aandoen, vind ik schokkend en ontluisterend. Hoe we elkaar de les lezen, het Beter Weten, het gekmakende fakenews.
Een gedicht van M. Vasalis komt bij mij binnen. Dit is de eerste strofe

Confetti

Ik zoek een misverstand om in te geloven.
Al mijn gedachten zitten binnen
En met hun voorhoofd aan de ruit
Van al mijn ramen, van onderen tot boven
Gedrongen, kijken zijn mismoedig uit.

——————————————

Was mijn misverstand die Ziener van Boven? Mijn misverstand om in te geloven?
Ik blijf geloven tot ik erbij neerval.

Wat doen we met al die liefde dan?

We hebben zoveel te geven. Onze spaarpot aan knuffels en liefde loopt over.
Ik heb geen ouders meer om niet te bezoeken maar gisteren vroeg ik me af of ik mijn moeder alleen had gelaten in haar deprimerende leven. En nee, ik had haar niet alleen gelaten. Al die mensen die alleen moeten sterven, de laatste woorden die onuitgesproken blijven, de laatste blijken van liefde. Wat een onrecht wordt hen aangedaan. En alles omdat we van ze houden.

Ik ben geen danser maar ik wil dansen.
Ik ben geen knuffelaar maar ik wil knuffelen.
Ik ben geen huiler. Maar lieve hemel, wat wil ik huilen.

2 reacties

Neeltje 20 april 2020 at 10:02

Wat herken ik je gevoel, ik behoor ook tot de onnozelen. Want ik blijf geloven in de mens, zoals ik blijf geloven in de natuur, wanneer ik in de meest dorre woestijn een bloempje zie bloeien. (Uit Menslief Ik Hou Van Je) Liefs en een knuffel van mij.

Reply
Anoniem 19 april 2020 at 20:05

Soms denk ik wel eens: “Is het niet menselijker om af en toe je geliefden te zien en dan maar als oudere het risico te lopen iets eerder te sterven?”.

Reply

Laat een reactie achter

Deel dit met jouw vrienden