Soms zie je iemand die je blik gevangen houdt. Door een beweging, een oogopslag, een zenuwtrek.
Ik ga met de tram naar het werk en minimaal 1 keer in de week stapt deze vrouw in. Ze is rond de veertig, heeft kort zwart haar. Ze is klein, gespierd, gehaast. Ze draagt een rok tot net boven de knieën, daaronder schoenen met hoge hakjes. Ze heeft een attaché koffertje bij zich dat ze in het gangpad zet, naast de stoel waar ze zit. Ze lijkt een tikkende tijdbom. Ze is geagiteerd, ze mompelt wat, haar ogen schieten van links naar rechts, haar bewegingen zijn gehaast, schokkerig.
We stappen bij dezelfde halte uit. Ik neem de roltrap(pen), zij vliegt de trap op. Haar voeten wijzen naar buiten, haar kuiten zijn zo gespierd dat ik een enorme sportvrouw vermoedt, iemand die voor 200 km fietsen haar hand niet omdraait. Ze rent de treden op alsof ze achterna gezeten worden. Ik huppel mee op de roltrap en probeer als we boven zijn te ontdekken waar ze naar toe gaat. Ze rent weer. Moet ze een bus halen, een tram? Ik neem me voor haar een keer achterna te lopen, het is bezopen, ik weet het maar ik moet weten waar ze werkt. Is ze hoofd van een school, een drilinstructeur bij de marine, wat heeft ze in haar koffertje?
Of speelt ze dat ze naar haar werk gaat? Speelt ze met mij?
Ik zal er niet achter komen vrees ik. Dus ik fantaseer verder. Heerlijk al die medepassagiers op een druilerige dinsdagochtend.