alle tijd was er voor passen op de plaats
kopjes koffie zonder zoet en tellen
hoeveel dagen
nu hangt alleen de zure lucht nog aan een haakje
bij het bed het grijze vest
de ochtendjas
iemand rammelt aan de voordeur
je lacht een scheurtje in je wang
de slome tong doet zeer
als je woorden oefent die naar buiten mogen
er wordt tot tien geteld ‘ik kom’
je laat je makkelijk vinden